Een inerte verbinding die koolstof, waterstof en zuurstof bevat; een bestanddeel van wormenbedekking. Cellulose komt voor in hout, katoen, hennep en papiervezels.

Materialen, organismen of informatie organiseren op basis van een gedefinieerde set kenmerken.

Een gezwollen gebied met kliercellen die de coconmaterialen afscheiden. Soms een "gordel" of "band" genoemd, aanwezig bij seksueel volwassen wormen.

Structuur gevormd door het clitellum die embryonale wormen beschermt tot ze uitkomen.

Biologische reductie van organisch afval tot humus. Verwijst zowel naar het proces als naar het eindproduct. Men composteert (werkwoord) bladeren, mest en tuinresten om compost (zelfstandig naamwoord) te verkrijgen, wat de bodemstructuur en vruchtbaarheid verbetert in tuinen.

Een organisme dat zich voedt met andere planten of dieren.

Een meestal bolvormige zak die een dier omgeeft in een inactieve toestand.